• De stille opgave: 4,75 miljoen particuliere woningeigenaren

    Leestijd: 8-12 minuten, door: Yuri van Bergen & Laurens Talsma

    In de jaren ’70 werden er jaarlijks zo’n 100.000 tot 150.000 nieuwe woningen opgeleverd. Vandaag de dag is een productie van 65.000 nieuwbouwwoningen al hele opgave. De jaren ’70 markeerden een periode van duurzaam denken, burgerinitiatief en systeemvernieuwing—maar vooral van een nieuwe blik op wonen en werken. Het was de tijd van het maakbaarheidsgeloof: het idee dat beleid, planning en samenwerking de samenleving daadwerkelijk konden vormen.

    Dankzij grootschalige nieuwbouw—zoals in Almere, waar in 1975 de bouw van de eerste woningen startte—liet die schaal, gecombineerd met beschikbare capaciteit, zien dat opschaling tot prijsvoordelen én versnelling kon leiden. In dezelfde periode ontstond, mede door achterstallig onderhoud, de behoefte aan onafhankelijke bewonersdeskundigen die op wijk- en buurtniveau plannen ontwikkelden om zowel de technische kwaliteit als de leefbaarheid te verbeteren. Ondanks de groeiende professionaliteit van (sociale) woningcorporaties als initiatiefnemers — namens of samen met de buurt — kwamen langdurige uitvoeringsprogramma’s echter zelden echt van de grond. Hoewel er serieuze alternatieven werden ontwikkeld voor traditioneel onderhoud en sloop/nieuwbouw, bleef brede toepassing van renovatieoplossingen uit.

    Tegelijkertijd groeide het inzicht in de opgaven die nog zouden volgen, zoals de verbetering van de naoorlogse woningvoorraad. Deze opgave, die vele malen groter is in aantallen woningen, riep fundamentele vragen op over hoe deze met beperkte capaciteit kon worden aangepakt, zeker met het besef dat duurzaamheid en ruimte voor individualiteit steeds bepalender zouden worden voor zowel de vraag als het aanbod.

    En precies nu, met een dagelijks oplopend woningtekort en de klimaatdoelen 2050 steeds verder uit zicht, vraagt de bestaande voorraad van 8,2 miljoen woningen om een aanpak die wél werkt. Dat betekent: niet een nóg beter aanbod ontwikkelen, maar beginnen bij het organiseren van continuïteit in de vraag.

    Dit artikel is het vervolg op Componenten-treintjes en Menukaarten, waarin we pleiten voor het benutten van wat al werkt: denken in componenten en werken met gestandaardiseerde keuzemodellen die aansluiten bij de wensen van bewoners.

    Lees meer
  • Componenten-treintjes en Menukaarten

    Leestijd: 5-6 minuten, door: Yuri van Bergen & Laurens Talsma

    Een werkbusje draait een doorsnee woonstraat in. Vijf vakmensen die rustig hun koffie opdrinken voordat ze beginnen aan de klus. Wat ze gaan doen lijkt alledaags, maar is in werkelijkheid onderdeel van iets veel groters. De huizen waarin ze aan de slag gaan – jaren ’50 en ’60-woningen uit de wederopbouwperiode – staan in vrijwel elke Nederlandse stad of dorp. De woningen zijn technisch verouderd, maar bouwkundig sterk genoeg om nog decennia mee te gaan. Mits grondig gerenoveerd en verduurzaamd.

    Lees meer
  • Topsector Duurzame Renovatie: Hoe Nu Verder?

    Leestijd: 8-12 minuten, door: Petra Lettink & Yuri van Bergen

    Als 8 miljoen huishoudens vóór 2050 hun voordeur openzetten is onze klimaatopgave niet langer een probleem, maar een kans. Het beleid is op hoofdlijnen klaar. Het aanbod ook. Wat ontbreekt, is tempo: we moeten naar duizend woningen per dag. De tijd van pionieren, informeren en proberen ligt achter ons. De lessen zijn geleerd, de voorbeelden liggen op tafel. Nu is het moment om te herhalen, maatwerk grootschalig en doelgericht aan te pakken. Niet met méér regels en ook niet met meer experimenten, maar met slimmere samenwerking. Precies daar wringt het: samenwerking vraagt om richting. En die richting moeten we nu samen bepalen in een Topsector en uitvoeren in een Nationaal Programma.

    Lees meer
  • Topsector Duurzame Renovatie hard nodig

    Leestijd: 5-8 minuten, door: Petra Lettink & Yuri van Bergen

    Ons land kent met de toenemende klimaatcrisis vele concrete opgaven. Een daarvan is de verduurzaming van bestaande gebouwen en woningen aangezien hier nog steeds veel energie gebruikt wordt. De bouwsector, verantwoordelijk voor bijna 25 procent van de Nederlandse CO2-uitstoot (materiaal, vervoer en energiegebruik), speelt een cruciale rol in het maken van harde keuzes om de klimaatdoelen ook daadwerkelijk te bereiken. Daarom bepleiten BouwhulpGroep en Klimaatverbond Nederland de oprichting van een Topsector en een Nationaal Programma voor Duurzame Renovatie van Wijken en Buurten, om zo de verduurzaming van onze gebouwde omgeving in aantal en snelheid te vergroten.

    Lees meer
  • De perverse prikkels van de woningmarkt te lijf

    Deel 2 van een artikelenreeks over wooncoöperaties

    Leestijd: 2 – 3 minuten, auteurs: Thijs van Tetering, Yuri van Bergen, Bernard Smits, Marijke van Zoelen & Trevor James

    Kansen voor de wooncoöperatie

    Een geleidelijke verbetering van de in het vorige artikel gestelde uitwassen van de woningmarkt kan vanuit de overheid bewerkstelligd worden door een voorzichtige afbouw van de ‘verkeerd’ uitgepakte maatregelen uit het verleden of door corrigerende nieuwe wetgeving. Op lange termijn zal dit het beoogde effect hebben, maar de ervaringen vanuit het verleden leert ons dat een dergelijke verandering veel tijd kost. En niet iedereen heeft de tijd of het geduld om deze ontwikkelingen te volgen. Er is behoefte aan vormen die vandaag kunnen beginnen en die naast fysieke resultaten ook ‘lessen geleerd’ brengen voor de lange termijn.

    Een kansrijke bijdrage levert de coöperatieve woonvorm! Deze relatief nieuwe woonvorm in Nederland onttrekt zich aan de perverse prikkels van de woningmarkt en zorgt voor duurzaam betaalbare woningen. De kostprijs van een woning en de daadwerkelijke beheer- en onderhoudslasten zijn bij deze woonvorm bepalend voor de woonlasten, niet de marktprijzen. Bovendien voeren de bewoners in een coöperatieve woonvorm gezamenlijk de regie over het wonen waardoor volledig andere waarden dan enkel financiële de boventoon voeren.

    Lees meer