VISIE, VISIE EN VISIE

Leestijd: 14 – 18 minuten, door: Yuri van Bergen

H et waren de laatste werkdagen voor de zomervakantie toen een journalist me tijdens een tv-interview vroeg of ik voor de camera wilde benadrukken dat het verduurzamen van de gebouwde omgeving achter blijft door de houding van bepaalde partijen. Zijn (goed bedoelde) intentie was om vanuit deze achterstand van de huidige renovatiemarkt de behoefte aan een grote versnelling te benadrukken. Later in het item zouden we dan gaan praten over de mogelijke oplossingen.

Ik vond dat geen goed idee.

We hebben het over de opgave van het renoveren van duizend woningen per dag. Het grootste probleem voor deze opgave is niet eens zozeer het tempo van duizend woningen; maar simpelweg het feit dat ze gerenoveerd moeten worden. Renoveren is de praktijk die al honderd jaar worstelt met haar imago en identiteit ten opzichte van haar broertje ‘nieuwbouw’ en haar zusje ‘onderhoud’. En laat nu uitgerekend renovatie de oplossing bieden voor de grootste (duurzame) verbouwing van Nederland ooit. Door middel van het stap-voor-stap renoveren van niet gehele woningen maar slechts één component per keer is er eindelijk een oplossing voor betaalbaar renoveren en ruimte voor innovatie in de nabije toekomst! De renovatie praktijk moet nu dus gaan opschalen en daardoor heeft het geen belang bij discussies over de schuldvraag binnen de eigen gelederen. De praktijk moet juist nu de verbinding mét elkaar zoeken en de beschikbare kennis gebruiken om een duidelijke visie te bouwen. Om vervolgens innovaties van buiten de sector te gebruiken om onze eigen barrières te beslechten. De journalist ondersteunde mijn betoog en samen hebben we er een mooi en inspirerende bijdrage van gemaakt! Een bijdrage die zich richt op datgene wat de gebouwde omgeving nu echt kan gebruiken: visie, visie en visie!

De opgave van het renoveren

Renoveren (uit het Latijn: renovare = vernieuwen) is het herstellen en wanneer nodig gedeeltelijk vernieuwen van een bestaand pand, waardoor het weer bruikbaar wordt naar de huidige maatstaven en normen (1). Nog eenvoudiger gezegd; alles wat geen onderhoud of nieuwbouw is, is renoveren. De eerste keer dat renoveren op grotere schaal plaatsvond was in de jaren tachtig onder de naam ‘de Stadsvernieuwing’. Vervolgens zijn er verschillende pogingen gedaan om de praktijk van renoveren ook naar de particuliere markt te brengen, maar dat is tot nu toe duidelijk een stap te ver gebleken. Het alternatief was namelijk zowel financieel en kwalitatief interessanter: (sloop-) nieuwbouw. Deze nieuwbouwpraktijk, die eenvoudig gefinancierd kon worden uit de snel stijgende grondprijzen, begon zich beter te organiseren en te innoveren. Uiteindelijk is deze succesvolle nieuwbouwstroom door excessen in de markt tot stilstand gekomen en men werkt sindsdien met wisselend succes hard aan (eer-) herstel voor de sector. Door het stilvallen van de nieuwbouwstroom en zelfs het wegvallen van vele (traditionele) familiebedrijven in de crisis ontstond er ruimte voor de traditionele onderhoudsbedrijven om zich te organiseren en samen met de woningcorporaties te gaan innoveren. Deze vernieuwende praktijk kent inmiddels vele namen maar richt zich vooral op het slimmer en sneller organiseren van het geplande en ongeplande onderhoud aan sociale huurwoningen. Hierin krijgt de integratie van (sociale) begeleiding veel aandacht wat resulteert in meer continuïteit in de geplande bouwstromen.

Renoveren heeft dus al die jaren een bijna onzichtbare strijd gevoerd tegen de op dat moment ‘betere’ alternatieven in prijs, kwaliteit en doorlooptijd. Een strijd die nooit gewonnen had kunnen worden zonder de komst van het klimaatakkoord. Want laten we eerlijk zijn, probeer maar eens een beter argument te vinden dan  ‘nieuw is altijd beter’ en ‘alles kan goedkoper’. De twee beste argumenten om te gebruiken bij de afweging voor zowel nieuwbouw als onderhoud in plaats van renovatie. Renovatie is bij uitstek de praktijk die men kent van complexe omstandigheden die altijd gaan over de pijn uit het verleden van een complex zoals achterstallig onderhoud of geen ruimte voor keuzevrijheid, het gebrek aan investeringsruimte. Daarnaast zijn bij een dergelijk project vaak te veel personen met te veel belangen om eenvoudig tot een gedragen besluit te komen betrokken. Dus werd slechts voor renovatie gekozen wanneer een wijk te mooi of waardevol was om te slopen. Nooit omdat renoveren de beste prijs had, de hoogste kwaliteit bood of dit de snelste oplossing was. Maar puur vanwege het feit dat men deze woningen en haar huidige bewoners de moeite waard vond om te behouden voor de toekomst(2).

Dus waarom zouden we al die moeite doen om de praktijk van renoveren te innoveren? Is het niet gewoonweg eenvoudiger om de (sloop-) nieuwbouwpraktijk nog goedkoper te maken en aan de onderhoudspraktijk gewoon meer kwaliteit toe te voegen? Met andere woorden: door minder keuzes te maken gaat het tempo dan vanzelf omhoog. Dus nogmaals de vraag waarom dan toch renoveren als één van de beste oplossingen voor de opgave van 1.000 woningen per dag?

Het antwoord op deze vraag is niet moeilijk: de gemiddelde levensduur van een woning in Nederland bedraagt 120 jaar (3). En in die 120 jaar zijn er verschillende (natuurlijke) momenten waarop de kwaliteit van de woningen kan of moet worden verbeterd. Dit moment kan dus gepland zijn, zoals bij het vervangen van de centrale verwarmingsinstallatie. Maar het verbetermoment kan ook worden ingegeven door het gevoel van gebrek aan comfort in de woning of door een economische prikkel zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van zonnepanelen met behulp van subsidie. De milieubelasting van een woning, berekend over die 120 jarige levensduur,kan vanuit de doelen van het klimaatakkoord grofweg worden verdeeld in 50% belasting door energie (gebouw gebonden en consumptief gebruik) en 50% belasting door materiaal (het bouwen, de logistiek, de materialen zelf, instandhouding, vernieuwen en slopen na 120 jaar). Dus willen we de doelen benoemd in het klimaatakkoord halen dan moeten we verder gaan kijken dan energie. Wanneer we kijken naar de opgave voor de gebouwde omgeving dan praten we eigenlijk over de opgave van het beheer en onderhoud van 8 miljoen woningen die er na 2050 bijna allemaal nog zullen staan. In de strijd tegen CO2-besparing is tijd en flexibiliteit dus onze bondgenoot! Maar dan zullen we de vertrouwde bouwpraktijk van het organiseren van bovenaf met grote volumes en veel dezelfde kwaliteit wel moeten gaan loslaten. Het is tijd om niet meer te denken in projecten van 1 x 1.000 woningen maar we moeten starten met denken in dagelijkse productiestromen van 1.000 x 1 woning, en dat per dag!

Renoveren in de serie-van-1

De wetenschap is geduldig en daarom is het niet zo moeilijk om DE oplossing voor het verduurzamen van duizend woningen per dag op te schrijven. Ik weet uit de praktijk dat het werkelijk tot uitvoering brengen van een dergelijk visie in de praktijk enkele tientallen jaren van je leven kost. Voor mij was het dan ook prettig om te ervaren dat, toen ik in 2007 naar BouwhulpGroep werd gehaald om deze theorie in de praktijk te brengen, er al dertig jaar denkwerk op zat. We hoeven het enkel en alleen maar nog tot uitvoering te brengen.

Maar laten we los van deze wetenschap eens kijken naar de praktijk van renovatie. Want een van de grootste charme van renoveren is dat we direct mogen samenwerken met de werkelijke gebruikers van de woning. Een gegeven dat soms zowel een vloek als een zegen kan zijn. Want een ding is ons, in onze 40-jarige praktijk van renoveren, duidelijk geworden. Ondanks dat alle woningen in een straat ooit volgens hetzelfde bouwsysteem zijn gebouwd kun je er na zestig jaar gebruik zeker van zijn dat geen enkele woning nog hetzelfde is. Ook de sociale huurwoningen die veelal aan de buitenzijde nog een grote mate van herhaling suggereren zijn vaak aan de binnenkant met of zonder toestemming van de eigenaar stevig verbouwd. Dus bij renoveren weet je op voorhand één ding heel zeker: geen enkele woning is hetzelfde, iedereen heeft dus verschillende behoeftes en iedereen wil enkel renoveren op een moment dat hem of haar het beste uitkomst. Dus het maakt eigenlijk niet uit of je gelooft in een aanpak vanuit opschaling van de serie-van-1. Want vroeg of laat krijg je er vanzelf gevraagd of ongevraagd mee te maken in de renovatiepraktijk. Al is het maar in het bedenken van alternatieve oplossingen voor de mensen die echt NIET mee willen doen.

Als we er met elkaar voor kiezen dat renoveren de oplossing is voor het behalen van de CO2-doelstellingen uit het klimaatakkoord, dan zal er op voorhand een visie moeten zijn op het beslechten van de twee grootste barrières van deze bewezen praktijk: betaalbaarheid en doorlooptijd. In onze visie is dat mogelijk door te renoveren in componenten. Deze methode biedt iedere eigenaar-bewoner de mogelijkheid om stap-voor-stap de kwaliteit van de woning te verbeteren op het moment wanneer dat het beste uitkomt. Vaak is dat beste moment gekoppeld aan een dringende behoefte zoals onverwacht onderhoud, een verhuizing of financiële ruimte. Daarmee lossen we het probleem van betaalbaarheid op door de uitgaven aan de woning te spreiden in de tijd. Een investering van 60 duizend euro is een hoop geld maar verspreid over 30 jaar is 2 duizend euro per jaar sparen eigenlijk prima te overzien.

De andere traditionele barrière voor renovatie is de doorlooptijd per woning. Een renovatie duurt altijd zo ontzettend lang en er zijn veel verschillende specialisten nodig om tot een goed resultaat te komen. Ook hier helpt het inperken van de technische vraag tot een component in dienst van het gebruik. Door een totaalproduct te ontwikkelen die in basis steeds hetzelfde is en door de klant zelf tot het gewenste resultaat kan worden gebracht (styling & tuning) spreken we van industrialisatie (4). Overal om ons heen wordt industrialisatie gebruikt om producten zo snel mogelijk van de fabrikant naar de consument te krijgen. Denk maar aan het eten in je koelkast. In de bouw is snelheid zeker geen vanzelfsprekendheid. Maar met ons beste voorbeeld van een totale doorlooptijd (dus van initiatief tot aan oplevering) van gemiddeld 1 week per component biedt dit zeker hoop voor de toekomst. Het vraagt alleen nog veel werk om van dit beste resultaat een dagelijkse praktijk te maken.

Figuur 1: De grootste besparing voor renoveren is te behalen in het reorganiseren van de volledige klantreis op basis van een landelijk erkende schaal. Dit vraagt om een disruptieve manier van kijken naar de huidige praktijk en de bereidheid om over alle bestaande verdienmodellen heen te kijken. Het doel is duizend woningen per dag dus is er voldoende schaal en massa voor partijen om een duurzame businesscase op te ontwikkelen. Het is nu slechts een kwestie van doen!

De impact van verschillende initiatieven op de route naar 2050

De opgave om een CO2-neutrale gebouwde omgeving te realiseren is de grootste uitdaging in volkshuisvestelijk Nederland (5). Alleen al daarom hebben eindeloze discussies over welke (renovatie) producten en processen of welke mogelijke route de beste zijn, in mijn ogen geen zin. Het is een verspilling van creativiteit en tijd en volgens mij hebben we deze luxe momenteel niet. Uiteindelijk zal de som van vele oplossingen dit resultaat moeten gaan borgen (6). Het verduurzamen van de gebouwde omgeving gaat volgens mij dan ook over meer dan alleen energiebesparing of het huidige bouwbesluit. Want voor deze opgave staat niet de techniek centraal maar juist de combinatie van mens en techniek!

Het (industrieel) renoveren van woningen in de gebouwde omgeving is een praktijk die invloed heeft op de leefbaarheid in wijken, de gebruikskwaliteit van een woning, het wegwerken van achterstallig onderhoud én het verduurzamen van de woning. Bij voorkeur met oplossingen waarvoor de bewoner niet tijdelijk hoeft te verhuizen of met een sterke stijging van de woonlasten tot resultaat.

Met ruim 5 miljoen woningen in particulier bezit gaan terecht bij veel mensen op dit moment de alarmbellen af. En juist hier liggen de komende jaren de grootste kansen voor innovatie. Innovatie die kijkt naar de integratie van:

  1. Samenwerking: bijvoorbeeld met financiers op bewezen producten;
  2. Proces: bijvoorbeeld een (digitale) winkel waar bewoners echt kunnen kiezen;
  3. Product: bijvoorbeeld industriële renovatieproducten op basis van componenten.

En we staan dichter bij de aftrap van een dergelijke disruptieve renovatie praktijk dan we denken. Ooit schreef ik samen met Martin Liebregts († 2014) het ‘Pamflet, renovatie als Hollands-Herontwerp’ (7) waarin we op zoek gingen naar de beste voorbeelden uit te praktijk om deze te toetsen aan onze visie en roep om innovatie. Nog steeds is het waardevol om te (blijven) kijken naar de reeds bestaande oplossingen en initiatieven om hiervan te leren. We hebben namelijk in dit land vele prachtige resultaten neergezet die onderdeel uitmaken van een fundament dat ons gaat helpen in een duurzame versnelling te raken.

Naar onze mening is het probleem vaak dat deze voorbeelden niet verder komen dan een niche. De meest voorkomende reden is vaak dat de leveranciers niet in staat zijn om de bewoner zelf aan de knoppen te zetten. En daarmee een oplossing weten te bieden voor een breed publiek: de particulier. In de onderstaande tabel schetsen we kort een overzicht van de reeds bestaande initiatieven om ons een beter beeld te geven bij de verscheidenheid aan ‘smaken voor de toekomst’, maar vooral ook een indicatie van de (sociale) impact die het kan gaan hebben op het gewenste tempo van duizend woningen per dag.

Tabel 1: In de aflopen 15 jaar hebben we als BouwhulpGroep kennisgemaakt en/of samengewerkt met een groot aantal initiatieven vanuit de ambitie om met minder mensen meer woningen te gaan renoveren. Een aantal van deze initiatieven bestaan vandaag de dag nog steeds en of hebben een nieuwe (door-) start gemaakt. De som van deze reeds bewezen initiatieven tezamen geeft ons een idee wat betreft de huidige potentie vanuit de markt als we kijken naar de realisatie van de doelstellingen benoemd in het Klimaatakkoord.
Onze aandacht bij deze korte verkenning is vooral gegaan naar bestaande initiatieven met een landelijk dekking en met aandacht voor de particulier. Mochten we initiatieven zijn vergeten of wilt u motiveren waarom deze zeker niet in dit rijtje mag ontbreken, kunt u altijd contact met een van de samenstellers opnemen. Samenstellers: Yuri van Bergen, Haico van Nunen en Jelle Persoon, BouwhulpGroep oktober 2019.

Bronnen:

  1. Bron Wikipedia: Renovatie of renoveren (uit het Latijn: renovare = vernieuwen) is herstellen en wanneer nodig gedeeltelijk vernieuwen van een bestaand pand, waardoor het weer bruikbaar wordt naar de huidige maatstaven en normen.
  2. https://www.bouwhulp.nl/bureau.html
  3. https://www.hogeschoolrotterdam.nl/globalassets/documenten/onderzoek/projecten/kc-dhs/ol_haico-van-nunen.pdf
  4. http://www.energieportaal.net
  5. http://www.duizendwoningenperdag.nl/duurzaamheid-2/het-volkshuisvestelijke-experiment-van-schaalvergroting/
  6. http://www.duizendwoningenperdag.nl/duurzaamheid-2/de-heilige-graal-productie-van-componenten/
  7. http://www.hollands-ontwerp.nl/pamflet-renovatie-als-hollands-herontwerp/
  8. http://www.bestaandewoningbouw.nl/na-de-grote-renovatie-enquete-wordt-alles-anders/

Deel dit artikel:

mm

Het betaalbaar verduurzamen van bestaande woningen waarbij de bewoners zélf de regie heeft is de opgave waar onze correspondent Yuri zich dagelijks en met heel veel energie voor inzet. Zijn doel is het behoud van onze planeet maar vooral de mensen die daarop wonen. Yuri van Bergen is directeur van BouwhulpGroep, initiatiefnemer van Alliantie+ en tevens hoofdredacteur van deze blog. Hij publiceerde vier boeken gericht op de opgave om duizend woningen per dag te verduurzamen en wordt blij van goede ideeën die ook tot iets leiden!