Waarom het verplicht isoleren van woningen verstandig is

Leestijd: 4 – 5 minuten, door: Sven Ringelberg

De verduurzaming van de gebouwde omgeving krijgt de laatste maanden wat minder de aandacht, maar achter de schermen loopt alles onverminderd hard door. Het Klimaatakkoord spreekt over een groot aantal ambitieuze programma’s. Bekend zijn bijvoorbeeld de aardgasvrije wijken, die laatst nog gefileerd werden door de Rekenkamer en de renovatieversneller bij woningcorporaties. Er is echter één project dat mijn interesse het meest heeft gewekt: de minimale isolatie eisen voor de bestaande woningbouw. Het Klimaatakkoord noemt dit nogal cryptisch de ‘standaard en streefwaarden’.

De trias energetica moet concreter

Wat zijn die standaard en streefwaarden voor de (bestaande) woningbouw en waarom ben ik daar enthousiast over? Dit heeft te maken met waar het verduurzamen van woningen in de kern over gaat. De verduurzaming van de gebouwde omgeving hangt namelijk samen met het beperken van de energievraag, het duurzaam opwekken van energie en het efficiënt omgaan met de resterende behoefte aan fossiele brandstoffen. Deze drie onderdelen samen bepalen de kwaliteit van de woningvoorraad en hoe je met verduurzaming aan de slag gaat. De meeste woningcorporaties en gemeenten volgen deze drie stappen al, die vaak de trias energetica worden genoemd. Dit is al jarenlang de gouden standaard voor woningverduurzaming.

De trias energetica is alleen niet concreet genoeg voor deze energietransitie. Want hoeveel energievraag moet je beperken om het restant duurzaam op te kunnen wekken bijvoorbeeld? En kun je een warmtepomp wel plaatsen in een matig geïsoleerde woning? Kortom, teveel vragen blijven onbeantwoord en deze onzekerheid maakt het voor particulieren, gemeenten en corporaties soms lastig om aan de slag te gaan. Hoe vaak ik al niet de vraag heb gehoord ‘mijn cv-ketel is aan vervanging toe, maar wat kan ik met mijn type huis doen?’ Er is een behoefte aan een ondergrens, een duidelijk kader waardoor we slim verduurzamen en geen spijt krijgen van onze investeringen.

Wat zijn de de standaard en streefwaarden?

De standaard en streefwaarden moeten voor de meest voorkomende woningtypen van Nederland in kaart gaan brengen wat passende isolatie is. Hieronder de definitie voor de standaard en streefwaarde:

De standaard gaat over: Het benodigde kwaliteitsniveau voor isolatie, kierdichting en ventilatie om een woning warm te krijgen bij een lagere aanvoertemperatuur voor ruimteverwarming. Dit is uitgedrukt in de warmtevraag (1) per vierkante meter (kwh/m2/j).

De streefwaarde gaat over: Het maximaal na te streven isolatieniveau (2) (Rc/U waarde) per onderdeel van de woning. Aangezien het hier gaat om een streefgetal is de kwaliteitseis hoog. De optelsom van alle streefwaardes geeft een beter geïsoleerde woning dan de standaard. Oké, nu in het Nederlands. De standaard gaat over een basiskwaliteit die de woning al geheel moet behalen. De streefwaarden zijn ambitieuzer:

De exacte kwaliteit waaraan de standaard en streefwaarden moeten voldoen zijn nog niet bekend en zullen ook afwijken van de nieuwbouweisen. Deze kwaliteit zal wel volgens dezelfde systematiek berekend gaan worden als de nieuwbouw BENG eisen, namelijk via de NTA8800. Mogelijk worden deze na de zomer bekendgemaakt en getoetst aan de praktijk door BZK. Belangrijk om te weten is dat deze norm onafhankelijk van de warmtebron én aanvoertemperatuur zijn opgesteld. Er is uitgegaan van de kenmerken van de woning en de mogelijkheden. Kortom, een hoog temperatuur warmtenet is geen excuus om geen bepaalde kwaliteitsnorm aan isolatie te stellen.

Gevolgen minimale kwaliteitseisen

Deze minimale kwaliteitseisen zullen waarschijnlijk voor particulieren niet verplicht worden, maar wel voor de verhuursector richting 2050. Dit betekent dat particuliere verhuurders en woningcorporaties te maken gaan krijgen met deze normen en hierdoor mogelijk extra moeten investeren. Voor de particulieren is er wel een prikkel om met deze normen te gaan werken. De subsidies en financieringsinstrumenten vanuit de Rijksoverheid zullen afgestemd worden op deze norm.

Hoewel er nog weinig bekend is over de woningtypologieën en gevolgen van de standaard zijn er wel een aantal dingen te verwachten.

  • Vooroorlogse woningen zullen aan een minder hoge norm hoeven voldoen, doordat een spouwmuur ontbreekt.
  • De norm zal een balans zoeken tussen Co2 reductie, duurzame warmtebronnen en gewenste kwaliteit.
  • Isoleren tot een warmteoplossing van 50 graden lijkt aannemelijk. De kosten zijn hoger, maar de woning is dan voor bijna iedere type warmtebron geschikt.

De minimale kwaliteitseisen moeten helpen bij het schetsen van verduurzamingsroutes bij gemeenten en vastgoedeigenaren. Vooral de combinatie met de proeftuinen aardgasvrije wijken is daarin van belang. Mij valt op dat door zowel beleidsmedewerkers als adviesbureaus te eenzijdig gekeken wordt naar enkel het aspect ‘aardgasvrij’. Zoals je hebt kunnen lezen is dit slechts de helft van het verhaal. Wanneer de focus komt te liggen op CO2 reductie dan maken we mogelijk andere keuzes voor onze woningen. Aardgasvrij en CO2 reductie worden als doel vaak door elkaar gehaald maar kennen toch echt een andere focus.

Met de komende standaard en streefwaarden kunnen we de discussie over de integrale kwaliteit van de woningvoorraad niet langer uit de weg gaan. Dit is een positieve ontwikkeling die de markt gaat helpen met het ontwikkelen van bijpassende concepten. Risico is wel dat een flink aantal gemeenten haar transitievisie warmte mogelijk moet heroverwegen. De uiteindelijke kwaliteitsnorm die wordt afgesproken gaat nog tot een hoop discussie leiden, maar ik geloof dat deze ontwikkeling noodzakelijk en positief is. Voor gemeenten geeft het helderheid in hun isolatie aanpakken in de verschillende wijken en buurt, voor marktpartijen wordt het gemakkelijker verduurzamingspakketten samen te stellen en goedkoper te leveren en voor consumenten wordt het eindelijk duidelijk wat je onder je dak aan isolatie moet leggen.

Bronnen:

  1. Achtergrondnotitie t.b.v. de sectortafel Gebouwde Omgeving, Klimaatakkoord, december 2018.
  2. Factsheet voor het maken van de Transitievisie Warmte door gemeenten, Expertise Centrum Warmte, mei 2020.
  3. Lange Termijn Renovatiestrategie, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, maart 2020.

Deel dit artikel:

mm

Als strategisch adviseur duurzaamheid ben ik binnen de gemeente Rotterdam actief om stapsgewijs 300.000 woningen slim te verduurzamen. Ik kijk daarbij naar de integrale kwaliteit en wensen voor de toekomst. Mijn overtuiging is dat alleen met slimme werkmethoden de energietransitie betaalbaar en uitvoerbaar kan blijven. Daarnaast ondersteun ik woningbouwcorporaties bij het opstellen van een duurzame portefeuillestrategie. Als ondernemer ben ik actief bij de start-up Simpel Subsidie. Het doel van deze onderneming is om duurzame subsidies gemakkelijk te maken door software. Op mijn website Transitiepaden schrijf ik regelmatig blogs over mijn ervaringen.