VERNIEUWEN IS ALTIJD BETER

Leestijd: 4 – 5 minuten, door: Yuri van Bergen & Thijs van Tetering

Nieuw is altijd beter. Althans, dat is de afgelopen eeuw de primaire gedachte geweest: vergelijk de auto van vandaag maar eens met de T-Ford uit begin 1900. Het verschil in kwaliteit is bijna onmogelijk om te beschrijven. Voor veel consumentenproducten gaat deze vlieger echter allang niet meer op. Waar men vroeger ‘vond’ dat een product voor de eeuwigheid kwalitatief goed moest zijn vindt nu het tegenovergestelde plaats. Producten worden juist ontworpen voor een korte levensduur om ervoor te zorgen dat consumenten vaker een nieuwe versie aanschaffen. Dit wordt bereikt door bijvoorbeeld essentiële updates voor je telefoon niet voor jouw model beschikbaar te stellen. Of eenvoudig de grenzen van kwaliteit van een product op te zoeken bij bijvoorbeeld spijkerbroeken. Hoe zit het dan in de gebouwde omgeving? Want waarom zou je tijd en moeite investeren in het opknappen van gebouwen als je voor hetzelfde geld iets gloednieuws kan bouwen met moderne materialen? Hoe verhouden de kwaliteit van een nieuwbouwwoning en die van een gerenoveerde woning zich tot elkaar?

Voor ons (BouwhulpGroep) is het antwoord op deze vragen heel eenvoudig. Het renoveren van bestaande woningen is altijd goedkoper, duurzamer en kwalitatief beter dan het slopen en bouwen van een woning. De minimale levensduur van een bestaande woning is immers 120 jaar en vanwege verzorging en gebruiksgemak vindt er cyclisch om de 15 jaar een vernieuwing plaats. Dat er nog steeds vaak gekozen wordt voor het slopen en nieuw bouwen van woningen heeft hiermee weinig te maken. Vaak spelen sociaaleconomische belangen een veel dominantere rol zoals het verdubbelen van het aantal wooneenheden op dezelfde vierkante meters beschikbare grond. Of de keuze om vanwege toenemende onderhoudskosten niet (meer) te willen investeren in de bestaande woning. Maar sinds het Klimaatakkoord en recent ook door grote schaarste aan beschikbare woonruimte en vakmensen lijken er scheurtjes te komen in deze vertrouwde traditionele zekerheid. Kijk maar eens naar de plattegronden en tuinen van recente nieuwbouwwoningen. Bouwtechnisch zijn deze woningen natuurlijk superieur aan die uit de jaren ’60 wat betreft comfort en veiligheid. Maar qua ruimte en aanpasbaarheid in de tijd delven ze in algemene zin ruimschoots het onderspit. De overwaarde aan kwaliteit van woningen die zijn gebouwd in andere tijden lijkt langzaam uit onze systemen te verdwijnen vanwege prijs en doorlooptijd. Hoe moeten we dan binnen de gebouwde omgeving omgaan met ‘oude’ en ‘nieuwe’ woningen? Wanneer kiezen we voor renoveren, en wanneer toch voor sloop- en nieuwbouw? Of is er misschien een tussenweg?

Andere tijden

Ooit was de wereld van bouwen eenvoudig en overzichtelijk. De bouwmeester maakte in opdracht van een welvarende geldschieter een fraai nieuw ontwerp dat met lokale materialen werd uitgevoerd door goedkope arbeidskrachten. Er was ruimte genoeg voor iedereen. Hoe rijker de opdrachtgever, hoe meer ornamenten werden toegevoegd en hoe groter de woning werd. Nu leven we in een andere wereld. Het is complexer en véél duurder geworden om te bouwen. Daarnaast worden materialen schaars en leren we steeds meer over de échte impact van bouwmaterialen en ontwerpkeuzes. En klopt de volgende duurzame uitdaging al op deur. Namelijk het samenspel van energieopwekking, distributie en levering in de 14.000 buurten van ons land.

Ondanks dat het complexer is geworden om te bouwen denkt het merendeel van de opdrachtgevers en opdrachtnemers nog steeds hetzelfde als vroeger: een nieuwe woning is altijd beter. Sinds de verschillende klimaatakkoorden en -tafels heeft deze discussie (eindelijk) een extra dimensie gekregen. Want met het Klimaatakkoord is er voor het eerst een lijn getrokken dat de beschikking over mensen, materiaal en energie niet meer als oneindig kunnen worden gezien. En dat we voordat we beginnen met bouwen eerst zullen moeten gaan nadenken over hoe we straks deze grondstoffen en energie op een intelligente wijze kunnen hergebruiken. Willen we serieus met elkaar aan slag met de verduurzaming van onze gebouwde omgeving dan wordt dat gewoon keihard werken. Leuker kunnen we het niet maken, en voorlopig dus ook nog niet eens gemakkelijker!

Circulaire en sociale innovatie

Het zal je niet verbazen dat de opgave voor het verduurzamen van de bestaande gebouwde omgeving grofweg neerkomt op een tempo van duizend woningen per dag. Een uniek en ongekend aantal dat schreeuwt om innovatie. De verduurzaming van wijken en buurten op zichzelf is al een uitdaging omdat er mensen wonen. Mensen die vaak nog nooit hebben nagedacht wat de eisen in het Klimaatakkoord eigenlijk betekenen voor hun eigen woonsituatie. Of wat deze energietransitie hun gaat kosten de komende 30 jaar. Natuurlijk gaat er nu veel aandacht uit naar het tekort aan nieuwbouwwoningen en naar het (noodgedwongen) bestrijden van energiearmoede. Logisch, omdat deze tekorten direct zichtbaar en vooral voelbaar zijn voor veel mensen. Maar het verduurzamen van bestaande wijken is nog veel complexer en vraagt juist nu om aandacht zodat we niet steeds achter de feiten aan blijven lopen. Natuurlijk wordt er wel in wijken geëxperimenteerd en geoefend wat zeker goede lessen oplevert voor de (nabije) toekomst. Maar het simpele gegeven dat deze toekomst al zeven jaar achterloopt op het schema van het klimaatakkoord is een gevoelig onderwerp in iedere bestuurskamer. We focussen ons nu liever op de huidige woningnood, ecologische nieuwbouw en energiearmoede omdat dit de opgaves zijn waar nu concreet resultaat behaalt kan worden. Of we later weer spijt gaan krijgen van deze keuzes is nu geen onderwerp van gesprek.

De opgave in bestaande wijken die voor ons ligt is te complex voor de huidige bouwpraktijk. Naast dat er (te)veel partijen bij betrokken zijn heb je natuurlijk ook nog veel bewoners (particuliere eigenaren en huurders) die allemaal iets anders willen of kunnen betalen en daar is de huidige bouwpraktijk niet op ingericht. Bovendien zijn er wel veel mensen die over renoveren praten en denken maar te weinig mensen die het kunnen uitvoeren. Persoonlijk denken we dat de opgave eenvoudiger kan worden aangepakt, maar dat betekent wel dat we in de eerste plaats moeten gaan luisteren naar de bewoners van de wijken en buurten en ze vragen waar zij hulp bij nodig hebben. Op de tweede plaats moeten we de (renovatie) oplossingen zo maken dat ze efficiënter uitgevoerd kunnen worden, ook bijvoorbeeld door tot nu toe onbenut arbeidspotentieel. Zij het dat daarvoor natuurlijk wel extra inspanning voor onderwijs en begeleiding nodig is. Ik denk dat we op deze manier een stuk slimmer en sneller tot verduurzaming komen dan enkele duizenden jaren van cultuur en relaties te proberen veranderen. Zet in ieder geval de bewoners zelf aan de knoppen want uiteindelijk zijn zij ook degenen die de gevolgen van het Klimaatakkoord uiteindelijk moeten betalen.

Laten we nu eindelijk eens over de échte opgave praten: de opgave van het renoveren en verduurzamen van 8 miljoen bestaande Nederlandse woningen. Dit lijkt misschien een onmogelijke en trage opgave om te beslechten. Maar de oplossing om hier vandaag met elkaar aan te beginnen is eenvoudiger dan je denkt: “VERNIEUWEN IS ALTIJD BETER”

Deel dit artikel:

mm

Het betaalbaar verduurzamen van bestaande woningen waarbij de bewoners zélf de regie heeft is de opgave waar onze correspondent Yuri zich dagelijks en met heel veel energie voor inzet. Zijn doel is het behoud van onze planeet maar vooral de mensen die daarop wonen. Yuri van Bergen is directeur van BouwhulpGroep, initiatiefnemer van Alliantie+ en tevens hoofdredacteur van deze blog. Hij publiceerde vier boeken gericht op de opgave om duizend woningen per dag te verduurzamen en wordt blij van goede ideeën die ook tot iets leiden!