Verduurzaming van karakteristieke woningen

Leestijd: 3 – 4 minuten, door: Pieter Deijkers

Het verduurzamen van karakteristieke panden en wijken vraagt om extra aandacht voor de beeldkwaliteit. De zorgvuldig vormgegeven woningen, uit de tijd dat bouwmateriaal duurder was dan de te leveren arbeid, voldoen niet meer aan de hedendaagse energetische eisen die we stellen. Waar in de jaren ’80 het vakmanschap nog vaak werd vervangen door of verstopt achter plaatmateriaal weten we dit nu te waarderen.  Wanneer we deze beeldelementen ‘laten verdwijnen’ zullen ze niet meer terugkeren.  Het van buitenaf isoleren van deze karakteristieke woning stuit daarom vaak op weerstand vanuit welstand, maar ook steeds vaker vanuit de gebouweigenaar en de bewoners. En zeg nou eens eerlijk, het is toch ook zonde om deze prachtige woningen, met markant metselwerk, karakteristieke houten kozijnen en authentieke daken, achter een laag isolatiemateriaal afgewerkt werkt met inspiratieloze kunststof strips of beplating weg te stoppen. Juist deze historische en karakteristieke panden waar het vakmanschap aan af te lezen is geven sfeer en identiteit aan een straat, wijk of stad. Iets waar we zuinig op moeten zijn!

Figuur 1. Tivoli voor en na renovatie. Het dak is van buitenaf geïsoleerd en de kozijnen zijn vervangen met aandacht voor een passende raamverdeling, alles passend binnen het budget en de mogelijkheden van de opdrachtgever.

Betekent dit dan dat we al deze woningen helemaal van binnenuit moeten isoleren, met veel overlast voor de bewoners en een verdere afname van het vaak toch al kleine woonoppervlak tot gevolg? Zeker niet! Met zorg en aandacht zijn er goede én betaalbare oplossingen in te zetten die zonder veel overlast gerealiseerd kunnen worden. Een recente isolatie uitdaging (1) bewijst dat marktpartijen zich op deze opgave willen professionaliseren.

We moeten hierbij erkennen dat verduurzaming niet alleen een energetisch en technisch vraagstuk is, maar ook een ontwerpvraagstuk! Hierbij gaat het er niet om de woning te restaureren, maar om het vinden van een goede balans tussen schoonheid, energetische kwaliteit en betaalbaarheid. Niet alle onderdelen hebben immers dezelfde waarde. Het is van belang om dat wat de woning of buurt ‘eigen’ maakt goed met elkaar (vooraf) in kaart te brengen en zo een gedragen plan te maken. Laat je hierbij niet alleen leiden door de professionals bij het maken van plannen, maar betrek hierin ook de bewoners als ervaringsdeskundige. Uit welke waardevolle elementen bestaat de woning? Welke elementen willen we behouden en misschien wel versterken? Welke ‘verminkingen’ uit het verleden kunnen we in ere herstellen? Waar zien we ruimte om moderne kwaliteit op een slimme en zorgvuldige manier toe te voegen? Kijk hierbij naar zowel de binnenkant als de buitenkant van de woning en analyseer zowel het gebruik nu als in de toekomst.

Deze beoordeling van de aanwezige kwaliteiten dient bij iedere opgave opnieuw te worden gemaakt. Voor het ene project zijn het de karakteristieke gemetselde gevels vol ornamenten die we willen behouden en bij het andere project is het juist het dak landschap wat zorgt voor eenheid en herkenbaarheid in de wijk. Een voorbeeld hiervan is het project Tivoli-Geel, een project van ons in de Eindhovense wijk Tivoli, een wijk die aangemerkt is op de cultuurhistorische waardenkaart als ‘Historische stedenbouwkundige structuur’. De buurt is als één ensemble vormgegeven wat met name is terug te zien in het doorlopende dak landschap, wat wordt versterkt door de doorgaande bakgoten. Toch wordt hier het dak van buitenaf geïsoleerd, zodat bewoners zo min mogelijk overlast ervaren. Bijkomend voordeel in deze coronatijd is dat de bouwvakkers dus ook niet binnen in de woning hoeven te zijn. Het gevolg is dat de nokhoogte, de goothoogte en de gootdiepte gewijzigd wordt, met het gevaar dat deze niet meer in proportie is met de karakteristieke vooroorlogse woningen. Door de dakgoot en dakrand zorgvuldig vorm te geven blijft het historische dak landschap behouden.

Figuur 2. twee details van het project Tivoli-Geel waarmee we het karakteristieke daklandschap behouden.

Deze twee details vormen meteen de basis van een oplossing voor renovatie van vooroorlogse en vroeg naoorlogse daken, gericht op betaalbaarheid, minimale bewoners overlast én beeldkwaliteit. De daken worden voorzien van nieuwbouwkwaliteit mét behoud van de karakteristieke waarden. Hiermee is het dak direct klaar voor een energie-neutrale toekomst in 2050, of eerder natuurlijk, en is de kwaliteit geborgd voor toepassing op ruim een miljoen(2) vooroorlogse en vroeg naoorlogse woningen. Door slim gebruik te maken van deze herhaalbare oplossingen houden we meer tijd over om te besteden aan nieuwe vraagstukken. Tijd om zorg en aandacht te geven aan ene duurzame renovatie van bijzondere en karakteristieke woningen.

Bronnen:

  1. CO2llectief in finale isolatie uitdaging, juni 2019, BouwhulpGroep.
  2. Woningvoorraad, uniformiteit in verscheidenheid, augustus 2013, Kennisbank Bestaande Woning Bouw, Martin Liebregts.

Deel dit artikel:

mm

Als jonge architect ben ik bij BouwhulpGroep met mijn neus in de boter gevallen. Naast leuke collega’s ligt hier heel veel kennis van de bestaande woningbouw. Deze kennis slurp ik gretig op om projecten tot een succes te brengen. Daarnaast ben ik bezig mijn eigen visie en positie te verwerven als nieuwe architect binnen het verduurzamingsvraagstuk van de bestaande woningvoorraad. Deze zoektocht staat centraal in mijn bijdrage naar de nieuwe architect.